
Type 2 ontsteking begrijpen
Ontsteking definieert u niet als persoon.
Voer betere gesprekken met uw arts over hoe u uw ziekte onder controle kunt krijgen.
TYPE 2 ONTSTEKING - de oorzaak van uw aandoening?
Iedereen heeft een afweermechanisme dat de type 2 immuunrespons wordt genoemd. Wanneer uw lichaam bepaalde soorten infecties waarneemt, stuurt het specifieke immuuncellen – type 2 ontstekingscellen – uit om de indringers te bestrijden door ontstekingen te veroorzaken.
Maar bij sommige mensen gaan de immuuncellen zelfs in de aanval als er geen infectie is, waardoor schade aan het lichaam wordt veroorzaakt. Deze overactieve immuunrespons wordt type 2 ontsteking genoemd.
Type 2 ontsteking treft u op verschillende manieren in verschillende delen van het lichaam, wat bijdraagt aan ernstige en onvoorspelbare symptomen.
Wie ervaart type 2 ontsteking?

Type 2 inflammatie is de onderliggende oorzaak van verschillende ziektes. Veel van deze aandoeningen worden 'atopisch', 'allergisch' of 'eosinofiel' genoemd. Als u lijdt aan een ontstekingsziekte type 2, is de kans groter dat u ook een andere krijgt, veroorzaakt door dezelfde ontsteking.
-
Astma
-
Huidaandoeningen zoals atopische dermatitis (AD)
-
Neuspoliepen of chronische rhinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
-
Bepaalde voedselallergieën
Familiegeschiedenis en omgevingsfactoren kunnen de beste tekenen zijn om type 2 ontstekingen te detecteren, maar voor sommige ziekten bestaan er ook wetenschappelijke tests.
Als u astma heeft, vraag dan uw arts naar ademhalings- en bloedonderzoek om het type ontsteking vast te stellen dat aan uw ziekte ten grondslag ligt.
Waarom is het moeilijk te controleren?
Omgevingsfactoren kunnen het erger maken
De ontsteking kan de beschermde oppervlakken van het lichaam beschadigen, zoals de huid en de slijmvliezen. Daarom kunnen factoren zoals allergenen, lichaamsbeweging, stress, het weer en vervuiling leiden tot type 2 ontstekingen en de symptomen verergeren.
Een langetermijnprobleem
Type 2 ontsteking is chronisch, wat betekent dat het altijd in het lichaam aanwezig is, zelfs als de symptomen niet worden gevoeld of gezien. Type 2 ontstekingsziekten worden vaak voor het eerst gediagnosticeerd in de kindertijd, maar kunnen zich op elke leeftijd ontwikkelen en kunnen mensen jarenlang of zelfs een heel leven lang beïnvloeden.
Het kan bijdragen aan verschillende ziekten
Veel mensen met een ontstekingsziekte type 2 hebben door dezelfde onderliggende ontsteking nog meer ziekten, die het leven nog moeilijker kunnen maken. Vaak wordt de meest erge ziekte als eerste gediagnosticeerd.
Verschillende ziekten hebben een verband
Type 2 ontsteking treft u op verschillende manieren in verschillende delen van het lichaam, wat bijdraagt aan ernstige en onvoorspelbare symptomen.
Het is tijd om uw ziekte opnieuw te evalueren en vanuit een nieuw perspectief te bekijken. Ontdek of type 2 ontsteking een rol kan spelen, zodat u de juiste vragen kunt stellen.
Als u last heeft van AD (een vorm van eczeem), vooral de matige tot ernstige vormen, bent u bekend met de terugkerende droge, schilferige huid en rode of donkere huiduitslag die intense, aanhoudende jeuk veroorzaken. Veel mensen worden als kind gediagnosticeerd met deze chronische ziekte en ervaren onvoorspelbare symptomen gedurende hun volwassenheid.
Omdat AD zo duidelijk invloed heeft op mensen, worstelen veel mensen met zelfvertrouwen en angst. Ze schamen zich vaak voor hun ziekte en verbergen hun ware zelf.
Astmasymptomen zoals hoesten, piepende ademhaling en moeite met ademhalen kunnen het dagelijks leven beperken. Vaak worden astma-aanvallen veroorzaakt door dingen in de omgeving, zoals pollen, rook of zelfs lichaamsbeweging, waardoor het moeilijk wordt om dagelijkse activiteiten te plannen en uit te voeren.
Heeft u de termen ‘allergisch’ of ‘eosinofiel’ gehoord om uw astma te beschrijven? Bij mensen met dit soort astma draagt type 2 ontsteking bij aan de ziekte.
Mensen met neuspoliepen hebben goedaardige gezwellen in hun sinussen. Dit kan leiden tot een loopneus, moeite met ademhalen, gezichtspijn en verstopte neus. Het kan ervoor zorgen dat u zich voortdurend ziek voelt er ook zo uitziet.
Veel mensen merken dat ze hun reukvermogen verliezen, wat meer dan alleen ongemakkelijk is. Het kan ervoor zorgen dat mensen dagelijkse ervaringen missen, zoals koken of uit eten gaan, en het kan ervoor zorgen dat ze zich onveilig voelen als ze dingen als vlammen of rook niet kunnen detecteren.
Gevoeligheid voor allergenen in verschillende voedingsmiddelen, zoals pinda's, kan huiduitslag, ademhalingsmoeilijkheden, druk op de borst of keel en zelfs een allergische shock, een levensbedreigende reactie, veroorzaken.
Als u een voedselallergie heeft, weet u waarschijnlijk hoe moeilijk het kan zijn om deel te nemen aan alledaagse activiteiten, zoals eten in een restaurant. Dit kan het gevoel ‘anders’ te zijn nog groter maken.
- B. Pulendran, D. Artis, "New paradigms in type 2 immunity," Science, vol. 337, no. 6093, pp. 431-5, 2012.
- C.M. Lloyd and R.J. Snelgrove, "Type 2 immunity - Expanding our view," Science Immunology, vol. 3, no. 25, pp. eaat1604, 2018.
- T. Zuberbier, S.J. Orlow, A.S. Paller, et al., ”Patient perspectives on the management of atopic dermatitis,” Journal of Allergy and Clinical Immunology, vol. 118, no. 1, pp. 226-232, 2006.
- R. Sidbury, W.L. Tom, J.N. Bergman, et al., “Guidelines of care for the management of atopic dermatitis: Section 4. Prevention of disease flares and use of adjunctive therapies and approaches. Journal of the American Academy of Dermatology,” vol. 71, no. 6, pp. 1218-33, 2014.
- The Global initiative for Asthma (GINA). GINA PATIENT GUIDE: YOU CAN CONTROL YOUR ASTHMA. 2021. Available at: https://ginasthma.org/wp-content/uploads/2021/05/GINA-Patient-Guide-2021-copy.pdf. Accessed: Oct 2022.
- J.I Silverberg, “Comorbidities and the impact of atopic dermatitis,” Annals of Allergy, Asthma & Immunology, vol. 123, no. 2, pp. 144-151, 2019.
- D. E. Shaw, A. R. Sousa and S. J. Fowler, “Clinical and inflammatory characteristics of the European U-BIOPRED adult severe asthma cohort,” European Respiratory Journal, vol. 46, no. 5, pp. 1308-1321, 2015.
- J.I. Silverberg, J.M. Gelfand, and D.J. Margolis, “Association of atopic dermatitis with allergic, autoimmune, and cardiovascular comorbidities in US adults,” Ann Allergy Asthma Immunol, vol. 121, no. 5, pp. 604-612, 2018.
- E. Heffler, F. Blasi and M. Latorre, “The Severe Asthma Network in Italy: Findings and Perspectives.,” Journal of Allergy and Clinical Immunology, vol. 7, no. 5, pp. 1462-1468, 2018.
- G. Khan, Vandeplas and Huynh T, “The Global Allergy and Asthma European Network (GALEN rhinosinusitis cohort: a large European cross-sectional study of chronic rhinosinusitis patients with and without nasal polyps,” Rhinology, vol. 57, no. 1, pp. 32-42, 2019.
- J.C. Staniorski, C.P.E. Price, and A.R. Weibman, “Asthma onset pattern and patient outcomes in a chronic rhinosinusitis population,” Int Forum Allergy Rhinol, vol. 8, no. 4, pp. 495-503, 2018.
- C. Philpott, S. Erskine and C. Hopkins, “Prevalence of asthma, aspirin sensitivity and allergy in chronic rhinosinusitis: data from the UK National Chronic Rhinosinusitis Epidemiology Study,” Respiratory Research, vol. 19, p. 129, 2018.
- D. Bonamonte, A. Filon,i M. Vestita, “The Role of the Environmental Risk Factors in the Pathogenesis and Clinical Outcome of Atopic Dermatitis”, Biomed Res Int, vol. 2019, art. 2450605, 2019.
- W. Cookson, “The alliance of genes and environment in asthma and allergy”, Nature, vol. 25, no. 402(6760 Suppl), pp. B5-11, 1999.
- J.N. Liu, et al, “The prevalence of serum specific IgE to superantigens in asthma and allergic rhinitis patients,” Allergy, Asthma & Immunology Research, vol. 6, no.3, pp. 263-266, 2014.
- R.P. Schleimer and S. Berdnikovs, “Etiology of epithelial barrier dysfunction in patients with type 2 inflammatory diseases,” Journal of Allergy and Clinical Immunology, vol. 139, no. 6:1752-1761, 2017.
- J. Arndt, N. Smith and F. Tausk, “Stress and atopic dermatitis”, Curr Allergy Asthma Rep, vol. 8, no. 4, pp. 312-7, 2008.
- M. Tsuge, M. Ikeda, N. Matsumoto, et al. “Current Insights into Atopic March”, Children (Basel), vol. 19; no. 8(11), pp. 1067, 2021.
- L.F. Eichenfield, et al., "Guidelines of care for the management of atopic dermatitis: section 1. Diagnosis and assessment of atopic dermatitis," Journal of the American Academy of Dermatology, vol. 70, no. 2, pp. 338-351, 2014.
- N. Maison, et al, "T2-high asthma phenotypes across lifespan,” European Respiratory Journal, vol. 60, no. 3, pp. 2102288, 2022.
- European Forum for Research and Education in Allergy and Airway Diseases. 2022. https://www.euforea.eu/crswnp. Accessed Oct 2022.
- S. Nordin, H. Blomqvist, P. Olsson, et al., “Effects of smell loss on daily life and adopted coping strategies in patients with nasal polyposis with asthma.” Acta oto-laryngologica, vol. 131, no. 8, pp. 826-32, 2011.
- N. Saydy, P. Moubayed and M. Desrosiers, "Patient perspectives on endoscopic sinus surgery for chronic rhinosinusitis,” Journal of Otolaryngololy Head Neck Surgery, vol. 50, no. 34, 2021.
- C. Prussin, J. Lee J, B. Foster, “Eosinophilic gastrointestinal disease and peanut allergy are alternatively associated with IL-5+ and IL-5− TH2 responses,” Journal of allergy and clinical immunology, vol. 124, no. 6, pp. 1326-32, 2009.